Cultuur

Op geheel Cyprus wordt u herinnerd aan Byzantium. Er zijn talloze Byzantijnse kerken, wandschilderingen en iconen, ruïnes en resten van stadsmuren. Maar ook in de muziek, de volkskunst en de denkwereld van de bevolking komen we de Byzantijnse tradities tegen. In de meeste heilige gebouwen is de Byzantijnse dubbele adelaar te zien, het symbool van de nog steeds bestaande kerk en het niet meer bestaande Byzantijnse Rijk.

Cyprus nauw verbonden met Griekenland, dat kan worden beschouwd als de grondlegger van het oorspronkelijke Byzantijnse Rijk. Cyprus heeft op zich nooit deel uitgemaakt van Griekenland maar wel maakte het samen met Griekenland deel uit van het vroegere Byzantijnse Rijk.

Het begon toen de kruisridders eind twaalde eeuw het eiland innamen, en richtte zich toen meer dan twee eeuwen in eerste instantie op het Byzantijnse Rijk zelf, dat nog tot ver in de vijftiende eeuw bleef bestaan. Toen Griekenland zich in 1828 van het Turkse juk bevrijdde, ging het verlangen naar hereniging met Byzantium zich bijna als vanzelfsprekend op de vrije Hellenistische staat richten. Toen de Turken Byzantium in 1453 hadden veroverd, noemden ze het Istanbul. Grieken uit Megara bij Athene hadden de stad in 660 v.C. als Byzantium gesticht.

Het was keizer Constantijn die in de geschiedenis belangrijk was hij verplaatste in 330 n.C. de hoofdstad van het Romeinse Rijk van Rome naar de Bosporus. Toen keizer Theodosius in 395 het Romeinse Rijk verdeelde, werd de stad, die inmiddels Constantinopel (het huidige Istanbul) heette, het middelpunt van het Oostromeinse Rijk. Terwijl Rome en het Westromeinse Rijk in de 5de eeuw leden onder aanvallen en plundertochten van Westgoten, Vandalen en Hunnen en in 476 ten slotte geheel ineenstortten, slaagden de Oostromeinse keizers erin hun rijk te intact te houden en hun macht nog verder uit te breiden.

Tijdens de regeerperiode van keizer Justinianus I (527-565) strekte het Oostromeinse Rijk zich uit van Italië, Noord-Afrika en Spanje tot in Klein-Azië. Cyprus maakte deel uit van dit rijk. In het Byzantijnse Rijk was het orthodoxe christendom de staatsgodsdienst en het Grieks de officiële taal.

Nadat de kruisridders Cyprus in 1191 hadden veroverd, werd het orthodoxe christendom tot minderwaardige godsdienst gedegradeerd en werden aan het hof andere talen dan het Grieks gesproken. De Byzantijnse invloed leefde echter voort onder de bevolking. De Cyprioten slaagden er wonderwel in hun eigen identiteit te bewaren. Ze bleven op het gebied van cultuur, taal en godsdienst sterk verbonden met de Byzantijnse traditie.

Op het gebied van de kunst werden slechts heel weinig westerse invloeden overgenomen. De veroveraars konden zich op hun beurt niet geheel onttrekken aan de invloed van de Byzantijnse cultuur. Ze gaven orthodoxe kunstenaars opdracht hun kerken te versieren en steunden zelfs de oorspronkelijke orthodoxe kloosters. Er kan dus met recht gesproken worden van een wederzijdse geestelijke beïnvloeding. Dat maakt de oude Cyprische kunst juist zo bijzonder interessant.

De Byzantijnse tradities stierven ook na 1453 niet uit. Ze werden vooral in de kerken gekoesterd, waar ze tot op heden voortleven. Ook de hedendaagse religieuze schilderkunst en bouwkunst worden er nog door beïnvloed. Bovendien wordt de eredienst nog altijd volgens een duizend jaar oude ceremonie opgedragen